Cler. Luik, I. 1473 (1464-1481) Den Bosch Heer Adriaen Sluyter was een broer van de vorige notaris. Van 1460 tot 1474 wordt hij vermeld als absent rector van de kosterij van zijn geboorteplaats Berlicum. Hij werd in 1463 of 1464 tot priester gewijd en deed in 1474 afstand van de kosterij. In 1469-1470 was hij te Heeswijk werkzaam als onderpastoor van heer Arnt van Wijck en in 1473-1474 in Den Bosch als onderpastoor van heer Jan Ghijzels, rector van de kerk op het Groot Begijnhof (nr.143). Op 30 mei 1473 stelde hij als notaris het testament op van Margriet, dochter van Steven Heynen soen, begijn van het Groot Begijnhof. De testatrice, die samen met andere begijnen of zusters in het huis Marienborch woonde, lag ziek in haar kamer op het Begijnhof en zal van heer Adriaen ook de laatste sacramenten hebben ontvangen. Ze liet onder meer ½ pond payments na aan de investitus van de Begijnenkerk waarvoor deze of diens vicegerens (heer Adriaen) haar naam en die van haar zuster Luytgart op de zondagsrol moest schrijven. Hun namen zouden dan samen met die van andere overleden begijnen iedere zondag in de Begijnenkerk worden afgelezen opdat de kerkgangers een Ave-Maria en een paternoster voor hen zouden bidden. De meesteressen van het Begijnhof ontvingen een erfpacht van 6 sester rogge waarvan op het jaargetijde van de testatrice 4 sester moest worden gebruikt voor een brooduitdeling aan de arme begijnen. Van het testament werden door heer Adriaen twee uittreksels gemaakt die geïngrosseerd werden door Sander Pyeck (nr.313). 1) In 1474 werd heer Adriaen Sluyter, vicecureyt der Beghinen kerck, door de messenmaker Jacop van Stiphout als arbiter gekozen in een geschil dat Jacop met zijn buurman had over de afvoer van regenwater. Deze buurman, de eerder genoemde heer Jan Ghijzels (nr.143), werd op 18 juni 1474 door de arbiters van beide partijen in het gelijk gesteld. Heer Adriaen die Sluyter wordt voor het laatst vermeld in een akte van 20 februari 1481 waarbij hij zijn broer Peter machtigde om zijn cijnzen en pachten te innen. Het is niet bekend of hij toen nog vice-cureit van de Begijnenkerk was. 2)
|
Noten | |
1. | GAH, RA 1250, fo.425r (20 febr.1481); Van der Velden, "Het 15de-eeuwse jaargetijdenboek", 73; Van Bavel, Regestenboek, II 54 nr.783; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 83, 156, 198; Bijsterveld, Laverend, II 658 nr.2662; Bijlage II 360.1; Vgl.: Schutjes, Geschiedenis, III 253 (onjuist). |
2. | RANB, Coll.PG 286 (regest 196) (18 juni 1474); GAH, RA 1250, fo.425r (20 febr.1481), zie ook RA 1249, fo.184r (1480); Vgl. heer Jan (die) Sluyter van Bakel, vermeld als beneficiant van de St.Jan (1469-1484) en rector van de St.Anthoniuskapel in Den Bosch (1470-1492): Bijlage II 5.50 t/m 5.92; GAH, RA 1239, fo.59r (3 mrt.1470), RA 1261, fo.157r (7 jan.1492). |